CASPER (15) speelt piano vanaf zijn 6e en wil componist worden. Hij opgegroeid bij zijn moeder Marit, in Amsterdam, met wie hij een goede band heeft. Hij heeft altijd de droom gehad om zijn vader te ontmoeten, maar het enige wat hij over zijn vader weet is dat hij Bob van Laren heet en dat hij een zwerver is. Casper geeft dan ook aan alle daklozen geld in de hoop zijn vader ooit nog eens tegen

te komen. Hij is verliefd op Sofie, maar vindt het moeilijk om te zien dat Sofie zo verliefd is op Said. Hij durft het dan ook niet aan haar te vertellen. Hij denkt dat meisjes altijd alleen maar goede vrienden met hem willen zijn. Om z’n uiterlijk geeft Casper niet zoveel. Hij draagt meestal een versleten spijkerbroek en een oud t-shirt. Wanneer Casper hoort dat zijn moeder ziek is, weet hij niet goed hoe hij hiermee moet omgaan. Hij wil het er liever niet over hebben en ontkent het liever. Casper denkt veel na over dingen, omdat hij bang is dat hij ondoordachte beslissingen maakt. Stiekem is hij bang om alleen achter te blijven.